zondag 23 september 2007
Achter het hek
Gisteren (zaterdag) wilde ik in Elten op het terrein van de steenfabriek de ijsvogel portretteren. De slagboom die het terrein afsluit stond open en er werd nog volop gewerkt, vrachtwagens reden af en aan. Dus met de auto het terrein opgereden (ondanks verbodsbord) en een eind verderop geparkeerd. Ik wist een mooie tak boven het water waar daadwerkelijk ook een ijsvogel opzat toen ik aan kwam rijden. Camera en statief op de nek, camouflagenet mee en zo de laatste kilometer om het water heen, te voet afgelegd. Eenmaal terplaatse statief en stoeltje uitgeklapt en onder het camouflagenet gedoken. De ijsvogel vloog in drie uur tijd twee maal langs maar kwam natuurlijk nooit op "mijn"tak zitten. Dus om ongeveer 12.30 uur de spulletjes weer ingepakt en op weg naar de auto. Daar angekomen bleek het opvallend stil op het terrein van de steenfabriek. Ergens in mijn achterhoofd begon al een klein alarmbelletje te rinkelen. Bij de slagboom aangekomen bleek deze te zijn gesloten en gezekerd met een enorm hangslot. Tweemaal hard gevloekt in de auto gesprongen en naar de andere kant van het terrein gereden. Ook daar zaten alle hekken op slot. Zelfs brute kracht kreeg geen enkele beweging in het ijzeren hekwerk. Natuurlijk had ik ook mijn mobielje vergeten zodat ik niemand kon bellen. Daar stond ik met de wetenschap dat er pas weer op maandag iemand zou komen om de poort te openen. Na een kwartiertje zie ik een fietser (fietsers en voetgangers kunnen wel op of van het terrein komen) dichterbij komen. Mijn laatste hoop. Ik spreek de man aan met de vraag of hij iemand kent die een sleutel van het hangslot van de poort heeft. "Ai geluk heb dan het Teet unne sluttel" antwoord de man. "Den wohnt neven dat huiske daor". Ik sprint om het hek heen de dijk af naar het door de man aangewezen huisje. Ik vraag aan het kind in de tuin of haar vader thuis is. Pap is in de schuur zegt ze. Dus loop ik om het huis heen recht in de poten van een enorme uit de kluiten gewassen herdershond. Even slikken, maar ja geen keus, dus doorlopen. Binnen in de schuur grijnst de vader van het meisje me toe en vraagt of ik een probleem heb. Ik leg uit dat ik met de auto vast sta op het fabrieksterrein. "En wat nu dan vraagt de vader". Het zou wel handig zijn als u weet wie de sleutel heeft, zeg ik. De man haalt een sleutelbos uit zijn broekzak en wijst me de goede sleutel aan. "Wel terugbrengen", roept hij me nog achterna, maar ik ben allang het erf af. Gelukkig krijg ik in een keer het hek open en slaak een zucht van verlichting. Goddank ik kan naar huis. Dat die ijsvogel niet mee wilde werken ben ik allang vergeten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Lang geleden overkwam me hetzelfde. Of eigenlijk overkwam het mijn broer, mar ik was erbij. We waren op een mooie dag naar Rotterdam gegaan om onze Canadese neef Jeff de haven te laten zien.
We parkeren onze auto daar ergens, lopen een tijd rond en als we terug komen: hek op slot.
De lenigste onder ons - dat was ik toen nog - klom over het hek (zeker tweeënhalve meter hoog). Uiteindelijk vond ik een bewaker, die ons nog niet had opgemerkt - wat wel tot zijn taak behoorde - die na lang vijven en zessen zijn sleutelbos trok en in de auto naar het hek reed dat hij voor ons opende.
Jan Braakman
Jan bedankt voor je reactie.
Het is een vreemd gevoel ineens opgesloten te zitten.
Groet, Lex
Een reactie posten